Prinsjesdag 2022: de belangrijkste wijzigingen voor particulieren
Voor particulieren verandert er in 2023 het een en ander op fiscaal gebied. Wij geven u een overzicht van de belangrijkste wijzigingen, gebaseerd op het door het kabinet op Prinsjesdag gepresenteerde Belastingplan 2023.

Aanpassingen box 1
Verlaging aftrekposten in 2023
Sinds een aantal jaren verlaagt het kabinet stapsgewijs het maximale tarief, waartegen kosten voor de eigen woning mogen worden afgetrokken. Het gevolg is dat de hypotheekrente vaak niet meer aftrekbaar is tegen het hoogste tarief dat voor u van toepassing is, maar tegen een lager tarief. In 2023 bedraagt de aftrek nog maximaal 36,93%.
Sinds 1 januari 2020 geldt een soortgelijke stapsgewijs toenemende aftrekbeperking voor andere aftrekposten en grondslagverminderingen. Ook deze posten zijn in 2023 nog maar aftrekbaar tegen maximaal 36,93%. Het gaat onder andere om de volgende aftrekposten:
Voor ondernemers:
- zelfstandigenaftrek;
- aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk;
- meewerkaftrek;
- startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
- stakingsaftrek;
- mkb-winstvrijstelling.
Voor aanmerkelijkbelanghouders:
- terbeschikkingstellingsvrijstelling.
Voor particulieren:
- terbeschikkingstellingsvrijstelling;
- uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (alimentatie);
- uitgaven voor specifieke zorgkosten;
- weekenduitgaven voor gehandicapten;
- aftrekbare giften;
- restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren.
Eigen woning in 2023
Het eigenwoningforfait wijzigt in 2023:
Eigenwoningforfait 2023
Het eigenwoningforfait, het bedrag dat u voor uw eigen (koop)woning bij uw inkomen moet optellen, ziet er voor 2023 als volgt uit:
WOZ-waarde meer dan |
Maar niet meer dan |
2023 |
- |
€ 1.200.000 |
0,35% |
€ 1.200.000 |
- |
€ 4.200 plus 2,35% van de waarde hoger dan € 1.200.000 |
Woning- en vastgoedmarkt in 2023
Het kabinet publiceerde een aantal wijzigingen die vanaf 2023 invloed hebben op de woning- en vastgoedmarkt. Lees meer in het artikel ‘Wijzigingen woning- en vastgoedmarkt’.
Aanpassingen box 2
Tarief
In box 2 vallen inkomsten uit een zogenaamd aanmerkelijk belang. Dit is meestal een aandelenbelang van 5% of hoger. U kunt dan denken aan dividenduitkeringen en winsten behaald bij verkoop van aanmerkelijkbelangaandelen. In 2023 wijzigt het tarief in box 2 niet. Het tarief bedraagt 26,9%. Met ingang van 2024 veranderen de tarieven wel. Tot een inkomen van € 67.000 bedraagt het tarief in box 2 dan 24,5%. Het meerdere wordt belast tegen 31%. Ook op het gebied van tarieven en heffingskortingen zijn er enkele wijzigingen. Daarover kunt u meer lezen in het artikel ‘Wijzigingen tarieven en heffingskortingen’.
Afschaffing middelingsregeling vanaf 2023
De middelingsregeling kan resulteren in een teruggave van inkomstenbelasting. Dit komt doordat de gemiddelde belastingheffing over het box 1-inkomen (werk en woning) van drie opeenvolgende jaren lager is dan de verschuldigde inkomstenbelasting over de jaren afzonderlijk. Het kabinet schaft deze regeling met ingang van 1 januari 2023 af. Dit betekent dat belastingplichtigen nog kunnen middelen over de jaren 2022, 2023 en 2024.
Excessief lenen bij de eigen bv
Het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ treedt, bij goedkeuring van de Tweede Kamer, per 1 januari 2023 in werking.
Doel wetsvoorstel
Het doel van dit wetsvoorstel is het ontmoedigen van lenen door een aanmerkelijkbelanghouder (ab-houder) van zijn/haar eigen bv. De maatregel is bedoeld om belastinguitstel of -afstel door ab-houders tegen te gaan.
Inhoud
Als het totaal aan schulden van de ab-houder aan de eigen bv meer bedraagt dan € 700.000, dan wordt het meerdere belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Dit is aan de orde als een ab-houder, al dan niet samen met zijn partner of een met hen verbonden persoon (een bloed- of aanverwant in rechte lijn die zelf geen ab-houder is), een schuld aan de bv heeft van meer dan € 700.000.
Er geldt een uitzondering voor bepaalde eigenwoningschulden aan de eigen vennootschap. Voor de op 31 december 2022 bestaande eigenwoningschulden geldt een overgangsmaatregel, waardoor deze schulden in principe buiten het wetsvoorstel vallen. Eigenwoningschulden na die datum blijven alleen buiten de werking van het wetsvoorstel als aan de vennootschap tot zekerheid van die eigenwoningschuld een recht van hypotheek is verstrekt.