Wet toekomst pensioenen: de belangrijkste punten
Sinds 1 januari 2023 is het pensioenstelsel veranderd. De Wet toekomst pensioenen (WTP) is toen in werking getreden. Wat betekent dit voor uw medewerkers? Wij zetten de belangrijkste punten voor u op een rij.


De belangrijkste punten uit de Wet toekomst pensioenen
-
U moet uw pensioenovereenkomst uiterlijk per 1 januari 2027 hebben omgezet naar een beschikbare premieregeling met een vast premiepercentage tot een maximaal premiepercentage van 30%. In de premieovereenkomst wordt een pensioenkapitaal (spaarpot) opgebouwd. Op de pensioendatum wordt pas duidelijk wat de hoogte van het pensioen is dat kan worden gekocht.
- U moet alle bestaande (eind- en) middelloonregelingen per 1 januari 2027 hebben omgezet voor wat betreft de toekomstige opbouw. De opgebouwde rechten bij verzekeraars blijven primair in stand, tenzij ze worden ‘ingevaren’ in het nieuwe systeem. Dit betekent dat de opgebouwde pensioenaanspraak wordt omgezet in een pensioenkapitaal.
- Bestaande premieregelingen met een stijgende staffel en middelloonregelingen mogen nog tot 2027 in stand blijven. Al uw werknemers die op 31 december 2026 deelnemen in de bestaande regeling mogen in deze regeling blijven tot pensioendatum. Nieuwe werknemers nemen vanaf 2027 deel aan een premieovereenkomst met een vast premiepercentage.
- U mag tot 2037 naast het maximale premiepercentage van 30%, 3% extra inleggen als pensioenpremie ter compensatie van de afschaffing van een stijgende staffel.
- Er komen meer keuzes voor werknemers. De pensioenuitvoerder moet werknemers adequaat in de keuzemogelijkheden begeleiden. De keuzebegeleiding gaat onder andere over de pensioeningang: de gevolgen van deeltijdpensioen, een hoog/laagpensioen en uitruil ouderdoms- en partnerpensioen. De pensioenuitvoerder heeft ook een rol bij het opnemen een bedrag van maximaal 10% van het pensioenkapitaal in één keer, die per juli 2023 van kracht gaat.
- Het nabestaandenpensioen wordt gestandaardiseerd. Er komt een verplicht te hanteren definitie van wie partner is. Daarnaast wordt de hoogte van het partnerpensioen een vast percentage van het salaris, maximaal 50%.
- Er komt meer ruimte om in lijfrente inkomen voor de oude dag op te bouwen. Het premiepercentage van 30% van de pensioengrondslag geldt ook voor lijfrente. De reserveringsruimte wordt standaard € 38.000 (geïndexeerd) en de tijdelijke oudedagslijfrente blijft behouden. De tijdelijke oudedagslijfrente wordt gemaximeerd op twintig jaar minus de jaren waarin deze ingaat na AOW-datum.
Pensioenregeling bij een verplicht bedrijfstakpensioenfonds
Het bestuur van het pensioenfonds en de sociale partners besluiten over zowel de nieuwe pensioenregeling als de keuze om in te varen. Een adequate compensatie kan onderdeel van de CAO worden en (deels) verplicht voor u als werkgever, met dus extra kosten. Het is daarom goed om de ontwikkelingen van het betreffende pensioenfonds te volgen en daar op voor te sorteren voor zover mogelijk.
Pensioenregeling bij een (eigen) ondernemingspensioenfonds, verzekeraar of PPI
Mag u de nieuwe pensioenregeling zelf ontwerpen? Dan moet u goed kijken naar het moment dat u overstapt naar een nieuwe regeling, wat u doet met uw bestaande werknemers en/of u gaat compenseren. Daarnaast moet u alle wijzigingen communiceren met uw werknemers.
Het belang van pensioencommunicatie
Alle sociale partners benadrukten het belang van pensioencommunicatie. Het is belangrijk dat uw werknemers handelingsperspectief hebben. In de overgang naar het nieuwe stelsel moet u alle werknemers goed informeren. Net als de pensioenuitvoerder, heeft u als werkgever een heel belangrijke rol hierin. Het is belangrijk dat u weet hoe de pensioenregeling op grote lijnen in elkaar zit en welke keuzes uw werknemers nog kunnen maken.
Dga, zzp-er en IB-ondernemer
Als dga kunt u gebruikmaken van een aanzienlijk grotere ruimte om lijfrente op te bouwen. Nu de bancaire lijfrente altijd vererft en dus behouden blijft, is dit een goede manier voor inkomens, financiële en estate planning. Als hoofdregel geldt altijd dat het fiscale regime, zoals dat geldt ten tijde van premiebetaling, ook (nog) geldt bij de uitkering. Het betekent nu dat lijfrente opbouwen met als doel een tijdelijke oudedagslijfrente ook over x-jaar nog als tijdelijke oudedagslijfrente ingezet kan worden
Meer weten of advies?
Heeft u nog vragen of wilt u weten welke impact de Wet toekomst pensioenen op u en uw werknemers heeft? Neem contact op met Erwin Gram, senior pensioenadviseur, via telefoonnummer 013-4647286 of stuur Erwin een e-mail.