Afschaffing middelingsregeling

De regering heeft de middelingsregeling per 1 januari 2023 laten vervallen. Je kunt jouw box 1-inkomen (uit werk en woning) over de jaren 2022, 2023 en 2024 nog middelen op basis van een overgangsregeling.

De middelingsregeling is bedoeld om tariefnadelen weg te nemen als in een bepaald jaar een hoog inkomen is genoten. Middeling leidt tot een teruggave als de gemiddelde belastingheffing over het box 1-inkomen van drie opeenvolgende jaren lager is dan de verschuldigde inkomstenbelasting over de jaren afzonderlijk.

Heb je in 2024 een aanzienlijk hoger inkomen behaald dan gemiddeld? Dan kan middeling leiden tot een teruggave. Neem voor meer informatie over de middelingsregeling contact op met jouw belastingadviseur.

Afsluiten bankspaarproduct of lijfrentepolis

Benut in 2024 nog jouw jaar- en reserveringsruimte door het afsluiten van een bankspaarproduct of lijfrentepolis. Ben je ondernemer en heb je een fiscale oudedagsreserve opgebouwd of heb je jouw onderneming in 2024 gestaakt? Dan heb je nog tot 1 juli 2025 de tijd om premies af te storten.

Door nog in 2024 premies te betalen aan een bank of verzekeraar voor een bankspaarproduct of lijfrentepolis, kun je een fiscaal voordeel behalen. Bespreek de mogelijkheden met jouw belastingadviseur.

Box 3: ook bezwaar maken tegen nieuwe regeling?

Is het werkelijke rendement dat je hebt behaald op jouw vermogen in box 3 lager dan het forfaitaire rendement? Dan kan jouw belastingheffing in de jaren vanaf 2021 hoog uitvallen. Het kan dan zinvol zijn om bezwaar te maken. 
Dit speelt met name als je aanzienlijke ‘overige bezittingen’ hebt in box 3. Deze categorie vermogen wordt belast op basis van een forfaitair rendement van circa 6,04% (2024), ook als het werkelijk rendement beduidend lager is.
Dat laatste is nogal eens het geval. Heb je bijvoorbeeld geld uitgeleend aan familieleden tegen een rente van 2%? Dan wordt de belasting in box 3 berekend alsof je 6,04% rente hebt ontvangen. Of heb je verpachte landbouwgronden in box 3? De daadwerkelijke pachtopbrengsten zijn doorgaans veel lager dan 6,04% van de waarde van die gronden, waardoor de belastingdruk hoog kan uitvallen.
De categorie ‘overige bezittingen’ bestaat uit een breed scala aan bezittingen, als het maar geen bankrekeningen zijn. Zo vallen hieronder bijvoorbeeld:

• onroerende zaken, bijvoorbeeld een tweede (vakantie)woning, verpachte landbouwgronden of verhuurde bedrijfspanden;
• aandelen (zolang geen sprake is van een aanmerkelijk belang);
• vorderingen;
• (staats)obligaties;
• cryptovaluta, zoals Bitcoin.

Het forfaitaire percentage van 6,04% beoogt een gemiddelde van al deze - en andere - posten te zijn. Het hangt dus van de feitelijke samenstelling van jouw ‘overige bezittingen’ en de werkelijk behaalde rendementen af of de heffing hoog of laag uitvalt.

Bezwaar maken?

Valt in jouw situatie het werkelijke rendement op jouw ‘overige bezittingen’ duidelijk lager uit dan het forfaitaire rendement? Dan kan het lonen om bezwaar te maken tegen jouw box 3-aanslag

Is aan jou een aanslag inkomstenbelasting over 2019 opgelegd na 12 november 2021? Dan kan het lonen om een verzoek om ambtshalve vermindering in te dienen. Dat kan in bepaalde situaties leiden tot een vermindering van de aanslag. Let op: dit verzoek moet vóór 31 december 2024 zijn ontvangen door de Belastingdienst

Neem voor meer informatie of advies contact op met jouw belastingadviseur.

Familiefonds: stand van zaken

Heb je vermogen ingebracht in een open fonds voor gemene rekening, oftewel een familiefonds? Dan is het verstandig om te beoordelen of dit voor jou nog steeds voordelig is.

Familiefondsen kwalificeren vanaf 1 januari 2025 als fiscaal transparant. Dit heeft als gevolg dat het familiefonds niet meer belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, maar dat de achterliggende participanten voor hun aandeel in privé worden belast. Jouw aandeel in het familiefonds wordt dan meestal betrokken in box 3.

Laat je adviseren door onze belastingadviseurs of het verstandig is om jouw familiefonds op te heffen.

Aanpassing box 2-tarief

In box 2 vallen inkomsten uit een zogenaamd aanmerkelijk belang. Dit is meestal een aandelenbelang van 5% of hoger. Je kunt dan denken aan dividenduitkeringen en winsten behaald bij verkoop van aanmerkelijkbelangaandelen. In 2025 daalt het hoogste tarief in box 2 . Tot een inkomen van € 67.000 bedraagt het tarief in box 2 dan nog steeds 24,5%. Het meerdere wordt belast tegen 31% (2024: 33%). Ben je van plan om op korte termijn een grote dividenduitkering te doen? Dan kan het voordelig te zijn om deze uitkering in 2025 te laten plaatsvinden.

Laat je adviseren door onze fiscalisten of het verstandig is om nu alvast een dividenduitkering te doen.

Schenking aan (klein)kinderen

Maak in 2024 nog gebruik van de schenkingsvrijstelling voor kinderen of kleinkinderen. De schenkingsvrijstelling voor kinderen bedraagt € 6.633. De schenkingsvrijstelling voor kleinkinderen of derden bedraagt € 2.658.

Als je in 2024 een schenking doet, kan dit jouw vermogen in box 3 verlagen, wat in 2025 tot een belastingvoordeel kan leiden. Dit is vooral gunstig als de geschonken middelen afkomstig waren uit beleggingen. Houd er echter rekening mee dat als de ontvanger het bedrag op 1 januari nog niet heeft besteed, het wel tot zijn of haar vermogen in box 3 wordt gerekend.

Controleer jouw voorlopige aanslag

Controleer jouw voorlopige aanslag voor 2024. Als deze te laag is, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan. Betaal je de aanslag nog in 2024, dan vermindert dit jouw vermogen per 1 januari 2025, wat mogelijk tot een belastingvoordeel leidt. Daarnaast voorkom je hiermee belastingrente op jouw aanslag.

Meer weten?

ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wil je meer weten over onze eindejaarstips? Neem contact op met Robert Gall, hoofd vaktechniek belastingadvies, via e-mail.

Bekijk alle fiscale eindejaarstips.