Vrijwillige kavelruil en vrijstelling van overdrachtsbelasting

24 maart 2023
Artikel

Koopt u een agrarisch bedrijf? Dan moet u hier in beginsel 10,4% overdrachtsbelasting over betalen. Verkrijgt u het onroerend goed door een vrijwillige kavelruil landelijk gebied? Dan geldt een vrijstelling van overdrachtsbelasting.

Portretfoto van Luc Adriaansen
Neem contact op met:
Luc Adriaansen Senior belastingadviseur
Kavelruil

Verbeteren landelijk gebied

De vrijwillige kavelruil was tot dit jaargeregeld in de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg). Het doel van de Wilg was verbetering van het landelijk gebied realiseren. Vrijwillige kavelruil is een middel om dit te bereiken. Begin dit jaar is, zo blijkt uit de parlementaire behandeling, de Wilg beleidsneutraal omgezet in de Omgevingswet. 

Wat is een vrijwillige kavelruil landelijk gebied?

Bij een vrijwillige kavelruil wordt ‘’vrijwillig’’ tussen meerdere partijen een overeenkomst gesloten waarbij onroerend goed geruild wordt. Om te kunnen spreken van een kavelruil moet er voldaan zijn aan verschillende voorwaarden. Zo moeten er minimaal drie eigenaren onroerend goed inbrengen. Ook moet er sprake zijn van minimaal twee verkrijgers. Daarnaast gelden er eisen voor de overeenkomst en het onroerend goed.

Stedelijk of landelijk gebied

Tot 2024 kan in kavelruil alleen onroerend goed worden ingebracht dat gelegen is in het buitengebied. Vanaf 2024 is het, onder de Omgevingswet, ook mogelijk om een kavelruil stedelijk gebied op te zetten. Voor deze ‘’stedelijke’’ variant geldt echter geen vrijstelling van overdrachtsbelasting. Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van overdrachtsbelasting moet daarom sprake zijn van een ‘kavelruil landelijk gebied’. Daarvoor moeten onder andere de betrokken kavels in de kavelruil gelegen zijn in het buitengebied en mogen ze alleen een niet-stedelijke functie.

Fiscaal voordeel bij kavelruil landelijk gebied

Als er sprake is van een kavelruil landelijk gebied dan geldt er een vrijstelling van overdrachtsbelasting. Dit geldt voor zowel de grond als de gebouwen. Een voorbeeld:

Partijen X, Y en V (alle drie agrarische ondernemers) gaan een kavelruil landelijk gebied met elkaar aan. In deze kavelruil brengt partij X in een varkensbedrijf inclusief bedrijfsgebouwen en 10 ha cultuurgrond. Ondernemer Y verkrijgt deze locatie tegen inbreng van een geldsom van € 1.600.000 (€ 1.000.000 bedrijfsgebouwen inclusief erf en ondergrond en € 600.000 cultuurgrond). Daarnaast ruilt Y met ondernemer V, die zelf ook een agrarisch bedrijf heeft, enkele percelen cultuurgrond ter verbetering van hun bedrijfsomstandigheden. De waarde van de cultuurgrond wordt gesteld op € 300.000

In dit geval voldoen zij aan de voorwaarden van een kavelruil landelijk gebied (als het onroerend goed kwalificeert). Bij de verkrijging kunnen Y en V een beroep doen op de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting, hierdoor is: 

  • Y geen overdrachtsbelasting verschuldigd ter hoogte van € 197.600 (10,4% over € 1.600.000 en € 300.000) en;
  • Ondernemer V geen overdrachtsbelasting verschuldigd ter hoogte van € 31.200 (10,4% over € 300.000). 

Aanpassing kavelruilvrijstelling 

Volgens het kabinet is het in de praktijk onbedoeld mogelijk geworden om gebruik te maken van de kavelruilvrijstelling voor andere doeleinden dan waar die voor is bedoeld. Onlangs heeft het kabinet daarom  concept regelgeving gepubliceerd die ziet op het aanpassen van de voorwaarden van de kavelruilvrijstelling per 1 januari 2025. Het voorstel bevat onder andere de volgende aanpassingen:

  • de kavelruilvrijstelling geldt niet meer voor de verkrijging van een woning in het buitengebied, met uitzondering van agrarische bedrijfswoningen die functioneel verbonden zijn met het bedrijf.
  • enkel opstallen die nagenoeg geheel bedrijfsmatig agrarisch worden gebruikt kunnen nog onder de vrijstelling vallen.
  • voor de verkrijging van zowel agrarisch bedrijfswoningen als opstallen die bedrijfsmatig agrarisch worden gebruikt geldt een voortzettingstermijn van 10 jaar. Als binnen 10 jaar het gebruik hier niet aan voldoet dan wordt de eerder toegepaste vrijstelling alsnog teruggenomen. Dit geldt alleen niet als de opstallen binnen 10 jaar door overheidsbeleid aan de landbouw worden onttrokken. 

Via een internetconsultatie werd de mogelijkheid geboden om op deze nieuwe regelgeving te reageren. Onze collega Luc Adriaansen heeft namens de VLB (Vereniging die fiscaal/juridische en bedrijfskundige belangen op agrarisch gebiedt behartigt waar ABAB lid van is) commentaar op de aanpassingen gegeven. Zo wordt onder andere gepleit voor het terugbrengen van de voortzettingstermijn van 10 jaar naar 3 jaar. De volledige reactie van de VLB is terug te vinden op de site van de VLB (klik hier voor de link). 

Meer weten

Wilt u meer weten over een vrijwillige kavelruil en overdrachtsbelasting? Neem contact op met Luc Adriaansen, senior belastingadviseur, via e-mail stuur Luc een e-mail.

Wilt u meer weten over een vrijwillige kavelruil en overdrachtsbelasting? Onze specialist helpt u graag verder!

E-mail Luc
Aanmelden nieuwsbrief

Aanmelden nieuwsbrief

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws
Meld u direct aan
Volg ABAB op Facebook

Volg ABAB op Facebook

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze Facebookpagina
Volg ons nu