Bij deze regeling gaat het om bedrijfsmiddelen die worden aangeschaft in het belang van de economische ontwikkeling of economische structuur, inclusief de bevordering van het ondernemerschap. Ondernemers die hierin investeren, krijgen een fiscaal voordeel: zij mogen 50% van het investeringsbedrag in 2023 versneld afschrijven.

Wat ik echter niet  kan volgen, is dat deze regeling uitsluitend van toepassing is op nieuwe bedrijfsmiddelen. In de huidige tijdsgeest zou het – met het oog op het milieu – logischer zijn als het maximaal inzetten van tweedehands machines prioriteit kreeg.

Circulaire economie

In 2016 lanceerde het kabinet het programma ‘Nederland Circulair in 2050’. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving draait de circulaire economie om: efficiënter omgaan met grondstoffen, eindige materialen (plastic uit olie) vervangen door hernieuwbare grondstoffen, afgedankte materialen hergebruiken en de levensduur van producten verlengen. Een langer gebruik van machines hoort daar volgens het Planbureau nadrukkelijk bij.

Met dit gegeven in het achterhoofd en 2050 in het vooruitzicht, is het vijf voor twaalf of misschien al wel later. Nederland kan nog tal van klimaattoppen bijwonen en bezorgdheid uitspreken over het klimaat en milieu, maar als we vervolgens weer op de oude voet verdergaan, zet dit geen zoden aan de dijk…

Gedrag stimuleren

In mijn visie moeten beleidsmakers zich bij dit soort stimuleringsmaatregelen steeds blijven afvragen welk gedrag we als samenleving willen stimuleren. En dus niet op welke manier de maatregel op korte termijn het meeste rendement oplevert voor de BV Nederland. Rendement boven het milieu stellen, leidde er immers toe dat we ons vandaag de dag druk moeten maken over het milieu en klimaatverandering. De afgesproken klimaatdoelen bereiken we niet door meer te produceren, maar door om te schakelen naar een circulaire economie. Gelukkig zie ik tegenwoordig steeds vaker dat ondernemers machines en werktuigen een tweede of derde leven gunnen.

Als ik de milieubelasting van de productie van nieuwe machines afzet tegen die van het refurbishen van bestaande machines, dan is het voor beleidsmakers toch niet zo moeilijk om bij dit soort maatregelen een weloverwogen en milieuverantwoorde beslissing te nemen? Ik vraag me bij dit soort regelingen dan ook regelmatig af hoe de afwegingsprocessen op de verschillende ministeries verlopen. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat dit item onbesproken blijft. Of is het zo dat de voornemens die de overheid mondiaal over verduurzaming uitspreekt, eenmaal thuisgekomen in de onderste la verdwijnen om deze er pas voor de volgende klimaattop weer uit te halen?

Het lijkt nog ver weg, maar voor je weet is het 2050.

Meer weten?

Wilt u meer informatie over de willekeurige afschrijving? Neem contact op met Nico van den Ende, senior belastingadviseur, via e-mail.