Melkveehouderij 2019: lichte groei bedrijven, daling kritieke opbrengstprijs

6 maart 2020
Artikel

De cijfers melkveehouderij 2019 van ABAB Accountants en Adviseurs zijn gereed voor het opstellen van bedrijfsvergelijkingen. Het lijkt erop dat 2019 gemiddeld een beter jaar was voor de melkveehouderij. Een stijging van de melkprijs en een aantal verbeteringen in de bedrijfsvoering zorgen ervoor dat de marge op de bedrijven met € 2 per 100 kilogram is gestegen. De opvallendste ontwikkelingen leest u hieronder.

Erik van Gorp - Portretfoto
Neem contact op met:
Erik van Gorp Agrarisch bedrijfsadviseur
Melkveehouderij

Groei bedrijven

Gemiddeld hebben bedrijven in 2019 vier koeien meer gehouden dan in 2018 en krap 31.000 kilogram melk meer geleverd. Het aantal benutbare fosfaatrechten per bedrijf nam met ruim 3% toe. De jongveebezetting daalde verder tot 56%. Dit laatste vormt een groot contrast met enkele jaren geleden, toen de jongveebezetting nog steevast rond de 80% lag. Het optimaal benutten van de beschikbare fosfaatrechten lijkt de belangrijkste drijfveer voor het terugbrengen of zelfs afstoten van de jongveeopfok.

Productie

Al jaren op rij laat de gemiddelde melkproductie per koe een stijging zien. In 2019 lijkt dit te kenteren en is er een lichte daling waarneembaar. De melkproductie komt uit op 9.444 kilogram per koe; een daling van 60 kilogram. De gehaltes laten een stijging zien. Het vetgehalte stijgt met 0,09 procentpunt en het eiwitgehalte 0,03 procentpunt. Hierdoor stegen de afgeleverde kilogrammen vet en eiwit per koe met 1% tot 754 kg.

Kritieke opbrengstprijs

Een veelzeggend kengetal voor melkveebedrijven is de kritieke opbrengstprijs. Deze daalde in 2019 met € 1,18 per 100 kilogram tot € 33,68 per 100 kilogram melk. De groei van de bedrijven en een lichte daling van diverse kostenposten zijn hiervoor de belangrijkste verklaringen. Samen met een stijging van de melkprijs zorgt de daling van de kritieke opbrengstprijs ervoor dat de marge gemiddeld met € 2 stijgt naar ruim € 4 per 100 kilogram melk. Vanuit deze marge worden nog de vervangingsinvesteringen, eventuele belastingdruk en het aanvullen van financiële buffers betaald.

Nieuwe kengetallen

Veranderende omstandigheden en spelregels vragen ook om andere kengetallen. Een voorbeeld hiervan is de afgeleverde kilogrammen vet en eiwit per fosfaatrecht. Deze vergelijking gaat vooral op tussen bedrijven die allemaal wel of allemaal niet hun eigen jongvee opfokken voor de vervanging. Ondanks de daling van de melkproductie is er een lichte stijging waar te nemen. In 2019 hebben bedrijven gemiddeld 13,84 kilogram vet en eiwit per fosfaatrecht afgeleverd. Dat is een stijging van 0,11 kilogram. De verklaring hiervoor ligt vooral in de lagere jongveebezetting en de hogere gehaltes.

Saldo: weinig verschil

In het saldo zijn weinig bijzondere verschuivingen of ontwikkelingen te zien. De melkprijs (inclusief nabetaling) ligt € 0,81 hoger dan in 2018. Dit verschil komt terug in het verschil in het gerealiseerde saldo 2019. De overige (kleine) verschillen vallen tegen elkaar weg. Dit betreft vooral een daling van de omzet en aanwas met 15% en een afname van de overige opbrengsten (EU-bedrijfstoeslag). De omzet en aanwas dalen als gevolg van de afnemende jongveebezetting. Daar komt bij dat 2018 voor veel bedrijven een bijzonder jaar was als gevolg van de gedwongen reductie na de invoering van fosfaatrechten. Dit effect was er niet in 2019. De kracht- en ruwvoerkosten dalen beiden met circa € 0,25 per 100 kilogram.

Stabiel resultaat

De meeste kosten buiten het saldo laten een stabiel beeld zien. De enige afwijkingen zitten in de  afschrijvingen en rentelasten. Na verrekening van de daling van de overige afschrijvingen, zorgen de afschrijvingen op aangekochte fosfaatrechten voor een stijging van per saldo € 2,50 per 100 kilogram melk. De rentelasten dalen met € 0,25 per 100 kilogram als gevolg van de aanhoudende historisch lage rentepercentages. Deze krijgen in steeds grotere mate grip op de te betalen rentelasten. Het bedrijfsresultaat neemt af, terwijl de kritieke opbrengstprijs daalt. De afschrijvingen hebben immers geen (directe) invloed op de kasstroom.

Meer weten?

Wilt u meer informatie over de cijfers van de melkveehouderij? Neem dan contact op met Erik van Gorp, senior bedrijfsadviseur, via telefoonnummer 040-2942632 of stuur Erik een e-mail.

Wilt u meer weten over de cijfers van de melkveehouderij? Onze specialist helpt u graag verder!

E-mail Erik
Erik van Gorp - Portretfoto
Agrarisch bedrijfsadviseur
Bel
040-2942632
Aanmelden nieuwsbrief

Aanmelden nieuwsbrief

Altijd op de hoogte van het laatste nieuws
Meld u direct aan