Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Iedere werknemer die verder dan tien kilometer (enkele reisafstand) van zijn werk woont, heeft recht op een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer van 0,23 per kilometer De eerste 10 kilometer vallen niet onder deze vergoeding en er geldt een maximale afstand van 35 kilometer. Kortom, bij een afstand van 42 kilometer krijgt een werknemer maximaal 25 kilometer enkele reisafstand vergoed.

Verblijfskosten

Voor de gemaakte kosten, zoals maaltijden, overige consumpties en sanitaire voorzieningen heeft de werknemer recht op netto verblijfskosten. Dit is uitgezonderd kosten voor logies, inrichting cabine, koerswisselingen, uitbetaalde fooien, telefoon- en overige kosten. De vergoedingen zijn als volgt opgebouwd.

Eendaagse ritten (vertrek en aankomst binnen 24 uur)

Meerdaagse ritten

*Alle genoemde bedragen gelden vanaf 1 juli 2024 en worden per 1 januari 2025 aangepast met het stijgingspercentage van de consumentenprijsindex restaurants, cafés e.d. over de periode 1 oktober 2023 tot 1 oktober 2024.

Verblijft een werknemer in het kader van zijn dienstuitvoering gedurende een weekend of een (buitenlandse) feestdag niet op zijn standplaats en kunnen er voor die dag geen werkzaamheden aan hem worden opgedragen? Dan ontvangt hij voor het niet-vrijwillig verblijf een extra vergoeding van € 14,63 netto en € 26,08 bruto per dag. Per 1 januari 2025 wordt het nettobedrag aangepast conform het eerdergenoemde stijgingspercentage en wordt het brutobedrag verhoogd naar € 27,12 per dag.

Stagevergoeding

Een stagiair (geen BBL’er), die ten minste vier dagen in de week ervaring opdoet op de werkvloer heeft recht op een vergoeding van minimaal € 200 bruto per maand. Bij minder dan vier dagen krijgt de stagiair een evenredig deel van dit minimum.

Consignatievergoeding

Als een werknemer de opdracht heeft gekregen zich beschikbaar te houden voor werkzaamheden, dan heeft hij recht op een vergoeding hiervoor. Deze vergoeding bedraagt € 3,27 (vanaf 1 juli 2024) per beschikbaar gesteld uur met een maximum van € 26,16 per etmaal.

Scholing

Als een werknemer een opleiding volgt in opdracht van zijn werkgever, dan heeft de werknemer in principe recht op een vergoeding. Deze vergoeding is over het algemeen 100% van alle kosten. De cursustijd valt ook onder deze vergoeding, maar de uren worden niet meegenomen in het bepalen van de overuren.

Overuren bij arbeidsongeschiktheid

In de periode dat een werknemer arbeidsongeschiktheid is, heeft hij recht op compensatie van zijn overuren. Dit is gelijk aan het bedrag dat de werknemer gemiddeld gedurende de 52 weken voorafgaand aan de eerste dag van arbeidsongeschiktheid heeft ontvangen aan overuren. Ook de overuren op zaterdag en zondag worden hierin meegenomen. Het gemiddeld aantal overuren mag niet hoger zijn dan 48,75% van het functieloon (= 15 overuren à 130%). Als er geen sprake is van een bedrijfsongeval wordt het gemiddeld aantal overuren eerst met een kwart verminderd. Vervolgens kan het bedrag niet meer bedragen dan 22,75% van het functieloon (7 overuren à 130%).

Vuilwerktoeslag

De werkgever kan een toeslag toekennen aan chauffeurs, die werken met producten die schadelijk zijn voor de gezondheid en/of een grote verontreiniging kunnen veroorzaken. De toeslag bedraagt bruto maximaal € 38,96 per 4 weken, respectievelijk € 42,33 per maand. Per 1 januari 2025 worden de bedragen verhoogd naar € 40,52 per 4 weken, respectievelijk € 44,02 per maand. 

Koudetoeslag

Voor het structureel werken in vrieshuizen geldt een brutotoeslag van € 38,96 per 4 weken respectievelijk € 42,33 per maand. Per 1 januari 2025 worden de bedragen verhoogd naar € 40,52 per 4 weken, respectievelijk € 44,02 per maand.

Loon bij vakantiedagen

Voor de eerste 22 dagen verlof (20 wettelijke en 2 bovenwettelijke) bestaat het loon uit de volgende onderdelen:

• Het functieloon van één dag vermeerderd met de persoonlijke toeslag en ploegentoeslag;
• Het gemiddelde bedrag dat een werknemer in het voorafgaande kalenderjaar per dag heeft ontvangen aan een structurele vergoeding van de toeslagen voor de zaterdag- en zondaguren, de vuilwerktoeslag, de koudetoeslag, de consignatievergoeding en de reisuren voor de werknemers op mobiele kranen. In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt 90% van de totale waarde meegenomen in de berekening;
• Het gemiddelde bedrag dat de werknemer in het voorafgaande kalenderjaar per dag ontvangt aan een structurele vergoeding van overuren, zaterdag- en zondaguren voor zover deze de 40 uur per week overschrijden. In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt dit bedrag afgetopt op 22,75% van het functieloon.

Meer weten?

ABAB is graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wil je meer weten over de vergoedingen vanuit de cao beroepsgoederenvervoer? Neem contact op met Bart Leusink, manager Salaris en Personeelsdiensten, via telefoonnummer 0413-336515 of stuur Bart een e-mail.